De vleermuis door Ruben en Nijs

De Europese vleermuizen zijn veelal insecteneters. Deze insecten worden in de avondschemer in de lucht gevangen door een heel hoog geluid te maken wat terug komt en wij niet kunnen horen. Omdat er 's winters nauwelijks insecten rondvliegen, houden de in Nederland en België voorkomende soorten een winterslaap, waarbij ze hun hun voedsel inzetten in energie tot een uiterst laag pitje terugdraaien en hun lichaamstemperatuur maar net boven het vriespunt blijft. Vleermuizen paren vóór de winter, maar de eisprong en bevruchting treden pas een paar maanden later op. Meestal is er maar één jong; dat wordt gezoogd en blijft tijdens de jacht van de moeder op de slaapplaats hangen. Vleermuizen kunnen tot tientallen jaren oud worden en planten zich maar langzaam voort. Ze zijn meestal zeer trouw aan hun standplaats en overwinteringsplaats.

Overwinteren

Vleermuizen slapen en overwinteren vaak in grote aantallen in grotten, of, in Noordwest-Europa, bij gebrek aan grotten, in ijskelders, bunkers en forten. Sommige vleermuizen overwinteren ook in boomholten, terwijl dwergvleermuizen hoofdzakelijk in huizen ( tussen twee muren of op zolder) overwinteren. In de zomer verkiezen ze plaatsen die warmer zijn dan bunkers en forten, en komen ze veelvuldig voor op zolders en kerkzolders. Ze hangen daar overdag met hun hoofd naar beneden. Ze kunnen ook ondersteboven in bunkers hangen of aan takken van bomen, onder afdakjes enzovoort. 's Avonds vliegen vleermuizen uit. Ze zijn in de schemering goed te herkennen, in de eerste plaats omdat er in de schemering weinig vogels vliegen, en in de tweede plaats omdat hun vlucht nogal afwijkend is. Op jacht naar vliegende insecten hebben ze een zeer onregelmatige vlucht, ze kunnen snel hun vliegrichting aanpassen. Deze vleermuizen zenden namelijk hele hoge geluiden uit die op een prooi weerkaatsen en weer opgevangen worden. Zo kan de vleermuis de afstand tot zijn prooi en omgeving inschatten en vliegt hij opmerkelijk veilig. Vleermuizen kunnen in het stikdonker door een kamer vliegen waarin zeer dunne draden gespannen zijn, zonder deze te raken.

Vleermuisbescherming

Vleermuizen zijn door hun gewoonte om in groepen te rusten zeer kwetsbaar. Bij instorting, overstroming en dergelijke kan een hele kolonie worden verwoest. Ook planten vleermuizen zich traag voort. Sommige soorten zijn pas na enige jaren geslachtsrijp, en een worp bestaat vaak uit niet meer dan één jong.

Door de beschadiging van hun levensplekken is vleermuisbescherming hard nodig. Goede rustplaatsen overdag (holle bomen) en goede overwinteringsplaatsen, met zeer weinig verstoring, veiligheid voor roofdieren en de mens, en een temperatuur die 's winters niet onder het vriespunt zakt, zijn schaars. Bebouwden landschappen worden vaak armer aan insecten. In de Europese Unie zijn alle soorten bij wet beschermd.

Omgang met vleermuizen

 Alle Belgische en Nederlandse vleermuizen zijn beschermde dieren.

Een slapend aangetroffen vleermuis het best rustig laten zitten. Het zijn nuttige diertjes die enorme hoeveelheden muggen verorberen.

Een vleermuis in winterslaap niet verstoren - opwarmen kost hem zoveel energie dat hij de lente weleens niet meer zou kunnen halen als hij vaker wakker wordt dan normaal.

Een zieke of dode vleermuis niet met de handen aanraken - sommige vleermuizen zijn met het hondsdolheidvirus besmet. In een potje scheppen en (als hij nog leeft) een vleermuisopvangcentrum waarschuwen.

Een dode vleermuis melden aan een onderzoekscentrum, net als een vleermuis in de gordijnen; misschien is er wel een vrijwilliger in de buurt die kan helpen zonder het beest schade te berokkenen.

Zagen

Sommige mensen vinden vleermuizen angstaanjagend. Mogelijk gevoed door het feit dat enkele kleine soorten (vampiervleermuizen, uitsluitend in Zuid-, Midden- en (als dwaalgasten) zuidelijk Noord-Amerika) van bloed leven, worden vleermuizen geassocieerd met vampiers. Dat klopt echter niet, omdat vampiervleermuizen, anders dan graaf en zijn soortgenoten, hun slachtoffers bijvoorbeeld niet leegdrinken. Ook drinken ze meestal niet bij mensen, maar bij dieren bloed. Wel kunnen vampiervleermuizen ziekten, zoals hondsdolheid, overbrengen.

Er doen verhalen de ronde dat vleermuizen per ongeluk in het haar van mensen vast komen te zitten. Hoewel niet onmogelijk, is dit wel bijzonder onwaarschijnlijk. Een losse haar is voor vleermuizen weliswaar niet te peilen, maar een hele bos haar (en, nog belangrijker, het hoofd dat daaronder zit) is met behulp van hele hoge piepjes die wij niet kunnen horen goed te ontwijken. Sommige harige motten maken wel gebruik van hun beharing om zich moeilijker vindbaar te maken voor de vleermuis.

Maak jouw eigen website met JouwWeb