Het vogelbekdier door Nina

Het vogelbekdier is een heel eigenaardig dier. Het heeft de kenmerken van 3 andere dieren: de snavel van een eend, het lijf van een mol en de staart van een bever. Het heeft een bruine vacht met een goudkleurige buik. De snavel voelt als rubber aan, niet zo hard als de snavel van een eend. Met de snavel zoekt het vogelbekdier naar voedsel tussen de rotsen en de stenen.

Eten

Het vogelbekdier eet per dag 1 kilo. Hij eet vooral dieren. Behalve wormen en kikkers, eten ze ook kreeftjes, garnalen, kikkerdril, waterinsecten, waterslakken, kortom: alles wat ze in de rivieren tegenkomen.

Woonplaats

Het vogelbekdier woont in holen die hij graaft, in de oevers van rivieren of meren. De tunnels kunnen wel 30 meter lang zijn.

Vogelbekdieren leven in de rivieren van Australië.

Grootte en gewicht

Vogelbekdieren zijn 60 cm lang en weegt 1 tot 2 kilo. Ze worden gemiddeld 5 jaar oud.

Giftig

Het vogelbekdier is het enige Australische zoogdier dat giftig is. Volwassen mannetjes hebben op de achterpoten een steekstaartje van ongeveer 1,5 cm lang die verbonden is met een gifklier. In die gifklier zit dus gif. De mannetjes gebruiken deze gifpunten vooral in de paartijd tijdens hun gevechten met andere mannetjes om een vrouwtje. Toen er vroeger nog gejaagd werd op vogelbekdieren werd er ook wel eens een jachthond gedood. Het gif is niet gevaarlijk voor mensen. Het is wel pijnlijk als je gestoken wordt door een vogelbekdier. Het word na een tijdje een grote zwelling. Je kan het vergelijken met een bijensteek maar dan veel ernstiger.

Rovers

Het vogelbekdier moet zich op het land beschermen tegen roofvogels zoals de havik, de adelaar en de uil. Waterslangen en waterratten vallen de jongen aan in het nest. Om zich te beschermen maakt het vogelbekdier verschillende dammen in de tunnels naar het hol. Deze dammen zijn ongeveer 15 cm hoog die hij stevig aanklopt met zijn staart. Een indringer zal proberen de eerste dam door te breken, maar geeft het daarna vaak op.

Jongen

In de paartijd slapen mannetje en vrouwtje apart: het vrouwtje nestelt zich in een privé-hol, waar de jongen worden geboren en waar ze de jongen grootbrengt. De eieren, die ze legt, mogen niet uitdrogen. Daarom is het belangrijk dat er natte bladeren in het nest liggen, om de eieren te bedekken. Een vogelbekdier legt meestal 2 tot 3 eieren, die rubberachtig aanvoelen, net zoals bij reptielen. Die worden warm gehouden door het wollige lijf van het vrouwtje. Als de jongen een dag of 10 oud zijn, is het tijd om uit het ei te komen. Al die tijd eet de moeder niet en heeft ze de opdracht om het hol vochtig te houden. Een pasgeboren jong is niet veel groter dan de nagel van je vinger. De kleintjes beginnen al gauw de melk op te likken, die uit de vacht komt. Want een vogelbekdier heeft geen tepels. Na 16 weken kunnen de jongen zwemmen en zelf op zoek gaan naar voedsel. De moeder zal de jongen nog 6 weken beschermen.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb